Hoera, de voortuin is af! En wát een verschil! We zijn er dolblij mee. We…
Stop de persen: De Bijlmermeer was wél een succes!
De Bijlmermeer bestaat 50 jaar. En dat betekent, best confronterend, dat ik (hierboven met mijn moeder) dat ook bijna doe. Ik ben namelijk de Eerstgeboren-Bijlmer-Baby! Mijn leven lang hebben mensen me gevraagd waarom wij in ‘s hemelsnaam in de Bijlmermeer woonden. Nou, heel vreemd was dat eigenlijk niet.
De Bijlmermeer was namelijk ontworpen voor moderne, jonge, vrijdenkende mensen die met z’n allen de samenleving gingen verbeteren en de rest van het land een poepie zouden laten ruiken. Nou, wie wil daar nou niet bij horen?
De woningen waren ontzettend comfortabel (centrale verwarming, nooit meer een geiser) en ontzettend groot (veel, forse slaapkamers en soms zelfs twee badkamers). Maar bovenal was De Bijlmermeer een belofte.
Le Corbusier
De Bijlmermeer is namelijk geïnspireerd op een inzicht van ondermeer, architect en ontwerper Le Corbusier (Ja, hij van die mooie ligstoel en buis-fauteuils). Dat inzicht was ‘De Functionele Stad’ en het was een vooruitstrevende zienswijze op hoe mensen zouden moeten leven.
De Functionele stad stond onder meer voor een strakke scheiding tussen wonen, werken en verkeer en recreatie. Vandaar dus dat alle autowegen op hoge taluds werden gebouwd en dat je op het maaiveld alleen een enorm park had waar flats tussendoor stonden. Stilstaan voor een fiets- of voetgangersstoplicht was voor mij als kind dan ook bijna een belevenis.
Bijlmer-believers
Ook belangrijk in de Functionele Stad was het gelijkheidsidee. Iedereen woonde in (praktisch) dezelfde woning, rijk of arm. Zichtbaar onderscheid mocht er niet zijn. Het trok een boel jonge, idealistische mensen die later Bijlmer-believers zijn gaan heten. Mijn ouders waren dat ook.
Maar het ging snel de verkeerde kant op met die idealistische functionele stad. Winkelcentra waren er nauwelijks, de metro werd pas jaren later gebouwd en veel tuig van de richel voelde zich thuis in die wijk waar je al heel snel ongezien was.
Toch bleven mijn ouders er tot diep in de jaren ’90 wonen. Ik heb mijn jeugd lang in bomen geklommen, hutten gebouwd, over (en in) sloten gesprongen, verlaten konijnen burchten uitgegraven, aardappelen gepoft op eigen gemaakte kampvuren en bij het belboord in de binnenstraat binnen 1 minuut bij 150 mensen belletje getrokken.
Ik leerde al jong dat best veel mensen vrijwillig van een flat afspringen.
Potloodventers
Maar later heb ik ook geleerd hoe je kinderlokkers herkent, potloodventers voor schut zet, met junks praat en dat best veel mensen vrijwillig van een flat afspringen.
Ik zie mijzelf toch als een geslaagd product van de functionele stad.
Uiteindelijk geldt die Bijlmermeer uit 1968 als mislukt. Maar dat is maar net hoe je het bekijkt. Want ‘It takes a village to raise a child’. En ik zie mijzelf en menig leeftijdsgenoot toch echt als een geslaagd product van de functionele stad. Dank, Le Corbusier en kornuiten!
Foto’s: Stadsarchief Amsterdam en Jan Stappenbeld (boven)
LEES OOK: Hoe woonde die ‘moderne mens’ dan en geniet van fijne jaren ’70 interieurs. Klik hier!